Ekâdashi

In de huidige maatschappij heeft Ekâdashi een bijzondere bijdrage aan persoonlijke bewustwording van goed en kwaad. In de geschriften staat Ekâdashi dan ook hoog aangeschreven door onze Rishis.  Het ontstaan en uitvoeren van deze vrat heeft de creator Brahmâ aan Devarishi Nârad mondeling doorgegeven. Tevens heeft Bhagwâna Shri Krishna in de dwâpara tijdperk aan Arjuna op Ekâdashi de Bhagawad Geetâ geschonken. De Bhagawad Geetâ wordt met veel respect en liefde gelezen in vele landen en vele talen. Het is een universeel geschrift toepasselijk in elke tijdperk en situatie, omdat het goddelijk is.

Er zijn vele redenen om op Ekâdashi te vasten bv. hoofddoel is om verlossing te verkrijgen en subdoelen zijn: zonde (pâpa) wegwassen, devotie verkrijgen van Bhagawâna Vishnu en op ayurvedische wijze ons lichaam in balans krijgen.

 

Het kan zijn dat wij er niet bij stilstaan, maar een ieder van ons begaat bewust of onbewust dagelijks zondes. Hoe goed wij ook leven, hoe voorzichtig we ook zijn, hoe zorgvuldig we ook met alles omgaan en toch zondige we keer op keer. Naast de mens zijn er talloze levensvormen op aarde, welke wij kunnen zien en niet kunnen zien. Degene die wij niet kunnen zien geven hun levens, zodat wij kunnen eten en leven. Denk hierbij aan bv. wurmen, slakken, mieren, vliegen en muggen. Tijdens onze dagelijkse bezigheden vertrappen we veel van deze door god geschapen wezens. Tevens worden ze vertrapt tijdens het verbouwen van graan soorten (anna), die wij weer op zijn tijd oogsten en nuttigen. Immers:

 

 “Anna se bantâ hain mana

 Onze gedachtes worden gevormd door het voedsel dat wij nuttigen. De kleine deeltjes van ons eten komt in onze bloedstroom terecht. De bloedcellen vormen weer vloeistof voor onze hersens en vormen lichaamscellen. Kortom Anna-voedsel heeft een grote invloed op het menselijk lichaam. Het argument bestaat dat wijzelf het rijst niet verbouwen en alleen kopen van de markt. Echter juist hierdoor zijn wij medeplichtig aan het feit dat talloze kleine wezens zijn heen gegaan, om ons levensenergie te geven.

 

Het begaan van een zonde wordt bestraft in hel (Naraka) door de koning Yamarâja en zijn dienaren. Dit feit baarde Lakshmipati Vishnu ji zorgen, omdat hij de operator is en de hele creatie onderhoud. Deze zonde zou de gehele mensheid naar hel leiden en dus kwam hij met een oplossing. Door het 2 keer per maand vasten voor 24 uur lang, zonder anna te nuttigen en wel op een Ekâdashi (11de datum) welke aan hem is toegewijd. Het resultaat is dat de opgeofferde wezens rust verkrijgen ende mensheid verlost wordt van deze zonde. Het doen van vrata-vasten kan tevens gezien worden als tapasyâ oftewel tapna – het doormiddel van devotionele discipline laten gloeien van het lichaam. Het mag gezegd worden dat het een voorrecht is om te vasten op Ekâdashi. Er zijn vele die hieraan meedoen, ongeacht vaishnav, shaiva of shaakt.

Er zijn 24 Ekâdashis elk jaar met uitzondering komen er eens in de 3 jaar 2 Ekâdashi dagen bij vanwege een 13de maand (Adhikmâsa). Elke Ekâdashi heeft een eigen naam en invloed op de mens:

Mâsa Sukla Paksh Krishna Paksh
Paush Putradâ Shattilâ
Mâgha Jayâ Vijayâ
Phâlguna Âmelki Pâpamochani
Chaitra Kâmdâ Wâruthini
Vaishâkh Mohini Aparâ
Jyeshtha Nirjalâ Yogini
Âshârha Dewashayani Kâmikâ
Bhâdrapada Pariwarthini Iendierâ
Ashwiena Pâpamkushâ Ramâ
Kârtika Prabodhini Uthâpana
Mârgashirsha Mokshadâ Saphalâ

 

De Nirjalâ Ekâdashi vrat valt meestal in de maanden mei of juni. Het bijzondere aan deze Ekâdashi vrat is dat men in één keer de totale punya van 11 maanden Ekâdashi vrata kan verkrijgen. Ook wordt het de Bhimasen- of Pândava Ekâdashi genoemd. In korte lijnen is het verhaal achter Nirjalâ Ekâdashi als volgt:

Bhimasen was één van de vijf Pândavâ’s, de jongere broer van Yudhistiera en de zoon van Koentie. Hij had een vors lichaam en kon nauwelijks zonder eten. Het was voor hem onmogelijk om zelfs 2 uur zonder eten te doorstaan, laatstaan een heel jaar. Daarentegen lukte het de andere vier broers Yudhistiera, Arjuna, Nakula en Sahdew wel. Bhimasen had tijdens de lessen van zijn Gurudeva gehoord over de zonde en was ongerust voor het resultaat om in naraka (hel) terecht te komen. Om te voorkomen dat hij in Naraka (hel) beland heeft hij Shri Vyâsa Ji om hulp gevraagd. Hij legde Vyâsa ji uit dat zijn verteringsproces in zijn maag voor problemen zorgde. Het onthouden van anna kon hij niet aan.

 

Bhimasen wilde met deze vraag ons duidelijk maken dat onze grootste vijand verlangens zijn. Zolang er nog verlangens op onze lijst staan raken we niet verlost. Niet levend en al helemaal niet na de dood. Na dat het lichaam levenloos is gaan er drie onzichtbare, ofwel astrale lichamen mee met de âtmâ (ziel).

  1. Manomay Kosha, onze gedachtes mana zitten vol met verlanges, waardoor we geen moksha verlossing kunnen bereiken. Dit vormt een struikelblok voor ons, welke resulteert in het keer op keer geboren worden.
  2. Gyânamay Kosha, de opgedane kennis dat ons heeft geholpen in persoonlijke ontwikkeling, educatie, levenservaring en groei op spirituele vlak.
  3. 3.       Ânandamay Kosh, het moment dat wij verlangenloos leven ervaren we totale vrijheid, totale tevredenheid, totale gelukzaligheid. Welke betiteld kan worden als Parama Ânanda – de ultieme gelukzaligheid.

Bhimasen gaf aan de moed te kunnen verzamelen om 1 vrata te doen en niet alle 24. Shri Vyâsa ji kwam met een oplossing dat aansloot op wat Bhimasen mogelijk achten. Vyâsa ji vertelde Bhimasen een geheim, dat hijzelf van Bhagawâna Vishnu heeft verkregen. Jaarlijkse komt er één Ekâdashi voor dat compenseert voor alle Ekâdashi dagen. Namelijk Nirjalâ Ekadashi, hetwelk inhoud geen water en voedsel te mogen nuttigen 24 uur vanaf zonsopkomst. Degene die deze vrat eerlijk, met liefde verricht en zijn verontschuldiging aanbiedt wordt verlost van al de zonde die hij of zij bewust of onbewust heeft begaan. Let wel! Het is niet de bedoeling men hierna doorgaat met bewust zondigen. Het is juist de bedoeling om onszelf te verbeteren en te evolueren naar een perfecte mens, zoals Shri Râma ji.

Bhimasen zag hier zijn heil in en heeft de Nirjalâ Ekâdashi vrata naar eerlijkheid, oprechtheid en met liefde uitgevoerd.

Puja Vidhi

Een dag voor Ekâdashi dient men Bhagawâna Vishnu en Lakshmi Mâ om zegen te vragen, zodat de periode van vasten voorspoedig mag verlopen. Op de dag Ekâdashi zelf is het de bedoeling  om voor zonsopkomst onze dagelijkse rituelen uit te voeren. Let hierbij op dat we geen water mogen nuttigen, dus tijdens het poetsen van je tanden alleen spoelen. Tijdens uw dagelijkse pujâ neemt u het besluit (Sankalpa): wie u bent, waar u woont, wat voor dag het is en het doel van de vrata. Het doel van de vrata is om verlost te raken van alle zondes en een succesvol leven te leiden. Hierna begint u met de pujâ met als centrale devtâ Lakshmipati Vishnu ji. Zijn pujâ doen we door Pushpa (bloemen), Sugandh (rooswater), Dhoopa (wierook), Deepa (diyâ), Naivedya (Prasâda-zoetigheden of fruit) en Prârthanâ.  Hierna reciteert u gedurende 24 uur de volgende mantra:

Aum Namo Bhagwate Vâsudewây

 Alle activiteiten ondernomen op deze dag worden 100x vermenigvuldigd. Dus de yagna, pujâ, brahman bhojan, dâna, sewâ etc. worden in het register van Yamarâja 100 maal vermenigvuldigd en geregistreerd. De avond en nacht (jâgaran) van Ekâdashi vult u met bhajan en kirtan of jâpa.

 

De volgende ochtend tijdens uw ochtend rituelen offer je alle ondernomen activiteiten en de vruchten ervan aan Bhagawâna Shri Vishnu ji: Shri parameshwara arpanam astu! Na de pujâ kan men pas anna gaan nuttigen. Alvorens het eten dien je eerst 5 hapjes van hetzelfde eten apart te zetten.

Dus in zo’n hectische maatschappij, waar wij in leven, hebben wij al moeite om ons zelf op te voeden laat staan onze kinderen. Dus hoe mooi kan het zijn om jezelf te laten opvoeden door de koning der opvoeders, Shri Lakshmipati ji.

Stel je eens voor

Er wordt gezegd dat de levensduur die wij leven net een rivier is die naar de oceaan leid. Einddoel van de rivier is verenigt te worden me de oceaan en daarmee zijn identiteit verliest. De mens wordt hierin als druppel water losgelaten, met dharma als zwemvest en karma om vooruit te komen. Het is een helse karwij om tegen de stroming en golven in te zwemmen naar diens eindbestemming. Ekâdashi is een korjaal, dat ons helpt om sneller verlossing te bereiken. Tezamen hiermee geeft het ons succes, gelukzaligheid (paramânand) en vrede. Onze toewijding en devotie maakt van dit korjaal een jacht, waarmee we kunnen gassen en of dimmen waar nodig. Hierdoor kunnen we al genietend en al onze verplichtingen nakomend ons leven uitleven.

En daarom hebben de Pândavâs deze Vrat eigen gemaakt en uitgevoerd. Mede hierdoor hebben zij hun verloren rijk teruggekregen, de strijdt gewonnen en nog op vele onmogelijke momenten dankzij de vruchten (phal) van de Ekâdashi Vrat.

Tot slot een verzoek tot Laksmipati Vishnu ji om u allen de inspiratie (preranâ) te geven om de Ekâdahsi vrat doen.

Tevens dank ik het bestuur van Shri Sanatan Dharm Sabha Zoetermeer ten zeerste, dat zij mij de mogelijkheid hebben gegund om dit artikel te schrijven.

Schrijver: Weledele Purohit Pt. Thiepak Baidjnath